27 maart
Dagwandeling Opprebais-Gistoux-Opprebais
Gidsen : Harry Van Assche en Maggie Lenaerts
Afstanden : 14 of 20 km. Voormiddag 8 km, namiddag 6 of 12 km
Vertrek : Om 10 uur aan de kerk van Opprebais, Rue du Moulin 1, 1315 Incourt (Opprebais)
Reisroute : Vanuit Leuven de Naamsesteenweg nemen. Circa tien km voorbij Hamme-Mille, in een bebouwde kom met snelheidsbeperking tot 50 km/uur (Incourt), rechts afslaan ter hoogte van de wegwijzers (links) naar Jodoigne en Dongelberg. De kronkelende weg blijven volgen (kerk van Incourt rechts laten liggen) tot de wegwijzer Opprebais aan een kasseiweg links verschijnt. Deze inslaan en de baan blijven volgen tot de witte plaat met opschrift ‘Opprebais’. 100 m verder rechts afslaan en parkeren aan de kerk van Opprebais, een beetje verder aan de rechterkant.
Picknick : Centre sportif André Docquier, avenue du Ronvau 8, 1325 Chaumont-Gistoux, Tel 010 68 95 33
Schoeisel : Stevige wandelschoenen. Bij regen kunnen sommige paden modderig zij
Meereizen : 4 euro
De wandeling
Onze wandeling loopt door Klein Brabants Haspengouw, een streek in Waals-Brabant die gekenmerkt is door een open landschap op de plateaus, waar men voornamelijk akkers en alleenstaande boerderijen vindt. De valleien zijn meer bebost en daar liggen ook de meeste dorpen.
Bij ons vertrek aan de kerk van Opprebais valt onmiddellijk de indrukwekkende kasteelhoeve op, die in de middeleeuwen een militaire functie had. We verlaten het dorp en zien in de verte de witte windmolen Gustot opduiken.
Onze wandeling loopt door Klein Brabants Haspengouw, een streek in Waals-Brabant die gekenmerkt is door een open landschap op de plateaus, waar men voornamelijk akkers en alleenstaande boerderijen vindt. De valleien zijn meer bebost en daar liggen ook de meeste dorpen.
Bij ons vertrek aan de kerk van Opprebais valt onmiddellijk de indrukwekkende kasteelhoeve op, die in de middeleeuwen een militaire functie had. We verlaten het dorp en zien in de verte de witte windmolen Gustot opduiken.
Langs een mooie holle weg klimmen we naar het plateau waar we zicht hebben op een lappendeken van velden met rechts het dorp Incourt en een beetje verder links Sart-Risbart. Na Longpré maken de velden even plaats voor met berken omzoomde grote paardenweiden. Maar weldra zitten we weer in een glooiend landschap met velden, afgewisseld met hier en daar een bosje of een eenzame boom. Na het gehucht Arnelle en de ‘ferme de Gentissart’ dalen we af in een bos. De wanden van de holle weg verraden dat hier gele zavel in de grond zit en met een beetje geluk zien we ook wat lentebloeiers. Zo bereiken we onze picknickplaats in het Centre sportif André Docquier van Chaumont-Gistoux.
In de namiddag volgen we even het tracé van de vroegere tramlijn Courcelles-Incourt, tussen bos en weiden, voor we een paadje inslaan dat naar de plaatselijke menhir leidt, waar koeien - wat oneerbiedig - vlak naast staan te grazen. Na een lange, wat avontuurlijke holle weg komen we op een kruispunt aan een monument ter ere van vijf jagers te paard van het Belgisch leger die hier op 16 augustus 1914 omkwamen. In Sart-Risbart hebben we zicht op het klooster waar de gewonden na deze slag verzorgd werden. We treffen er ook een oud station aan op twee van de vele tramlijnen die in de eerste helft van de 20ste eeuw door het landschap liepen.
Als we het dorp achter ons laten wandelen we een hele tijd langs een groot domein met een boerderij en een imposante schuur, la Grande Risbart, in de 12e eeuw gesticht door de monniken van de abdij van Villers-la-Ville. Hier keren degenen die voor de korte wandeling kiezen, rechtstreeks terug naar Opprebais.
In de namiddag volgen we even het tracé van de vroegere tramlijn Courcelles-Incourt, tussen bos en weiden, voor we een paadje inslaan dat naar de plaatselijke menhir leidt, waar koeien - wat oneerbiedig - vlak naast staan te grazen. Na een lange, wat avontuurlijke holle weg komen we op een kruispunt aan een monument ter ere van vijf jagers te paard van het Belgisch leger die hier op 16 augustus 1914 omkwamen. In Sart-Risbart hebben we zicht op het klooster waar de gewonden na deze slag verzorgd werden. We treffen er ook een oud station aan op twee van de vele tramlijnen die in de eerste helft van de 20ste eeuw door het landschap liepen.
Als we het dorp achter ons laten wandelen we een hele tijd langs een groot domein met een boerderij en een imposante schuur, la Grande Risbart, in de 12e eeuw gesticht door de monniken van de abdij van Villers-la-Ville. Hier keren degenen die voor de korte wandeling kiezen, rechtstreeks terug naar Opprebais.
De lange wandeling gaat naar ‘Malèves-Sainte-Marie-Wastines’, een hele boterham voor de drie kleine dorpjes die nog op ons programma staan. Malèves heeft een park als dorpsplein met een kasteel en een grote boerderij. Langs de rand van een bos stappen we naar Sainte-Marie met een priorij en een mooi kerkje. Daarna brengen een paar romantische wegeltjes ons naar Wastines. Nog even genieten we van weidse vergezichten op het plateau voor we langs een smal paadje tussen de velden weer afdalen naar Opprebais.
Tekst: Maggie Lenaerts en Harry Van Assche
Tekst: Maggie Lenaerts en Harry Van Assche