11 februari - Busreis
Langs de Jeker van Rutten naar Heks
Gidsen : Dirk Degeest
Afstanden : voormiddag 11 km, namiddag 10 km.
In de voormiddag wandelen we in lijn van het startpunt naar de picknickplaats, waar de bus op ons wacht.
In de namiddag wandelen we verder in lijn naar het eindpunt.
Busreis : 8.15 u. parking gemeentehuis Herent, Spoorwegstraat 6
8.30 u. parking Bodart, Kon. Boudewijnlaan, Leuven
Inschrijven : Prijs busreis: € 10 per persoon. Te storten vóór 30 januari op rekening van de wandelclub. Uw opstapplaats vermelden.
Picknick : Cafe L' Escale, Grande Route, Oreye, tegenover de oude suikerfabriek (geen soep)
Parcours : 60% verharde landwegen , 40% gras- en veldpaden
Schoeisel : Pas op: enkele paden (wellicht) modderig
De wandeling
Een winterse wandeling is steeds goed voor een verrassing, zo ook wellicht in het Jekerdal. Misschien blaast de noorderwind ons in het gezicht, misschien kraakt het onder onze voeten, misschien dwarrelen er sneeuwvlokken. Onze wandeling verloopt in het weinig bekende maar lieflijk glooiende Jekerdal, dat in alle seizoen veel pracht te bieden heeft, zeker in de winter.
De Jeker ontspringt nabij Borgworm en meandert door het Haspengouwse landschap, alternerend tussen Vlaanderen en Wallonië, om ten slotte onder het Albertkanaal te duiken en Nederland binnen te stromen.
De Jeker was al in de Romeinse tijd een belangrijke verbinding tussen Tongeren en Maastricht. Tongeren was toen de hoofdstad van een civitas en knooppunt van heirbanen. Twee ervan lopen nog steeds ten noorden en ten zuiden van de rivier. Het Jekerdal had door de eeuwen een grote economische betekenis, zodat we op de oevers diverse monumentale kastelen en watermolens vinden, Vandaag is het er rustiger geworden en wonen in de oeverdorpen alleen landbouwers, die actief zijn op het hoger gelegen golvende plateau. De Jeker durft wel eens buiten zijn oevers te treden en daardoor passeren we vandaag ook natte beemden, die vaak werden beplant met populieren. Dat alles verschaft ons prachtige landschappen om door te wandelen.
We starten onze wandeling in Rutten (waaraan Gwendolyn haar naam ontleende), nabij de Sint-Martinuskerk met haar imposante toren van romaanse oorsprong. Al snel verlaten we het dorp en bereiken we de oever van de Jeker en een eerste watermolen. De rest van de voormiddag zullen we enkele malen van oever wisselen, en zo af en toe in Wallonië terechtkomen, waar men dit mooie riviertje met de naam Geer (in het Waals Djer) aanspreekt. Terwijl we de oevers van de Jeker zo goed mogelijk volgen zien we ook de kerktorens van een paar dorpen op de linkeroever: Lauw, Woutringen en Oerle. Daar treffen we nog meer (stilgelegde) watermolens aan: twee in Lauw, de Daalmolen en de Hoogmolen, daarna nabij het kasteel van Woutringen en verder stroomopwaarts in Oerle.
Tijden veranderen. Door de afbakening van de taalgrens heet Oerle nu Oreye. Oerle was in de vorige eeuw een belangrijk knooppunt van buurtspoorwegen. Vanuit Oerle waren er tramlijnen naar Sint-Truiden, Ans en Hasselt. In Oreye was er namelijk een suikerraffinaderij, filiaal van Tienen (misschien heb je er ooit een pakje van gekocht?). De tramlijn Hasselt-Borgloon-Oerle werd aangelegd in 1899 en gaf een economische impuls aan het gebied. Aangezien er veel suikerbieten mee werden vervoerd, werd de lijn ook wel de suikertram genoemd.
Er was ooit een suikerraffinaderij. Ook dat is veranderd: de suikerbietenteelt in de streek is opgedoekt en vervangen door een vergelijkbare vrucht. Vandaag staat in Oreye de moderne fabriek van Beneo-Orafti. Daar worden voor de voedingsindustrie cichoreiwortels getransformeerd in een hoogwaardig product met een moeilijke naam: inulin of probiotische vezels. De (bio-)scheikundigen onder jullie die er meer willen over weten, kunnen een kijkje nemen op: http://www.beneo.com/Ingredients/Human_Nutrition/Functional_Fibres/Inulin/
Vroeger was er tegenover de fabriekspoort een café en dat is gelukkig blijven bestaan, zodat we daar onze picknick kunnen gebruiken.
Na de middag rest ons 10 km stappen tot in Heks. We verlaten de vallei van de Jeker en begeven ons op de hoogvlakte van Droog Haspengouw. Terug in Vlaanderen komen we op de Keiberg, waar we een fantastisch panoramisch zicht hebben op het glooiende landschap.
We wandelen verder naar het gehucht Heurne en passeren een Gallo-Romeinse grafheuvel: de tumulus van Vechmaal. In Heurne treffen we ook de Sint-Pieterskapel uit de 13e / 14e eeuw. Zij is gebouwd op de plaats van een Romeinse villa en werd gerestaureerd in 1556. Toen kreeg de ingangsboog een mooi wapenschild.
We volgen de weg en wandelen richting Heks. Heks is bekend voor zijn kasteel. Het paleisachtige kasteel werd vanaf 1770 gebouwd in opdracht van de prins-bisschop van Luik Franciscus Karel de Velbrück. Hij liet er een jachtpaviljoen en zomerverblijf in typische maasbarok optrekken, omgeven door een Franse tuin waarrond een 60 hectare groot landschapspark in Engelse stijl aangelegd werd. Het is een van de oudste landschapsparken van het Europese vasteland met glooiende heuvels, weilanden, boomgaarden en bossen. Nu is het landgoed in het bezit van de graaf van Ursel en alleen te bezichtigen op afspraak, behalve tweemaal per jaar, tijdens de drukbezochte tuindagen van juni en september. Zie
http://www.hex.be/evenementen/.
Al stappend doemt het dorp voor ons op, met links de kerk en rechts het kasteel. Gelukkig zijn er nog geen bladeren aan de bomen en zie je het kasteel mooi liggen op de heuvel, een heel mooi panorama.
Het is nog een klein eindje langs vochtige beemden vooraleer we ons kunnen opwarmen en onze dorst lessen in café ‘bij Rita ’. De bus staat voor de deur.
Tekst: Dirk Degeest
Afstanden : voormiddag 11 km, namiddag 10 km.
In de voormiddag wandelen we in lijn van het startpunt naar de picknickplaats, waar de bus op ons wacht.
In de namiddag wandelen we verder in lijn naar het eindpunt.
Busreis : 8.15 u. parking gemeentehuis Herent, Spoorwegstraat 6
8.30 u. parking Bodart, Kon. Boudewijnlaan, Leuven
Inschrijven : Prijs busreis: € 10 per persoon. Te storten vóór 30 januari op rekening van de wandelclub. Uw opstapplaats vermelden.
Picknick : Cafe L' Escale, Grande Route, Oreye, tegenover de oude suikerfabriek (geen soep)
Parcours : 60% verharde landwegen , 40% gras- en veldpaden
Schoeisel : Pas op: enkele paden (wellicht) modderig
De wandeling
Een winterse wandeling is steeds goed voor een verrassing, zo ook wellicht in het Jekerdal. Misschien blaast de noorderwind ons in het gezicht, misschien kraakt het onder onze voeten, misschien dwarrelen er sneeuwvlokken. Onze wandeling verloopt in het weinig bekende maar lieflijk glooiende Jekerdal, dat in alle seizoen veel pracht te bieden heeft, zeker in de winter.
De Jeker ontspringt nabij Borgworm en meandert door het Haspengouwse landschap, alternerend tussen Vlaanderen en Wallonië, om ten slotte onder het Albertkanaal te duiken en Nederland binnen te stromen.
De Jeker was al in de Romeinse tijd een belangrijke verbinding tussen Tongeren en Maastricht. Tongeren was toen de hoofdstad van een civitas en knooppunt van heirbanen. Twee ervan lopen nog steeds ten noorden en ten zuiden van de rivier. Het Jekerdal had door de eeuwen een grote economische betekenis, zodat we op de oevers diverse monumentale kastelen en watermolens vinden, Vandaag is het er rustiger geworden en wonen in de oeverdorpen alleen landbouwers, die actief zijn op het hoger gelegen golvende plateau. De Jeker durft wel eens buiten zijn oevers te treden en daardoor passeren we vandaag ook natte beemden, die vaak werden beplant met populieren. Dat alles verschaft ons prachtige landschappen om door te wandelen.
We starten onze wandeling in Rutten (waaraan Gwendolyn haar naam ontleende), nabij de Sint-Martinuskerk met haar imposante toren van romaanse oorsprong. Al snel verlaten we het dorp en bereiken we de oever van de Jeker en een eerste watermolen. De rest van de voormiddag zullen we enkele malen van oever wisselen, en zo af en toe in Wallonië terechtkomen, waar men dit mooie riviertje met de naam Geer (in het Waals Djer) aanspreekt. Terwijl we de oevers van de Jeker zo goed mogelijk volgen zien we ook de kerktorens van een paar dorpen op de linkeroever: Lauw, Woutringen en Oerle. Daar treffen we nog meer (stilgelegde) watermolens aan: twee in Lauw, de Daalmolen en de Hoogmolen, daarna nabij het kasteel van Woutringen en verder stroomopwaarts in Oerle.
Tijden veranderen. Door de afbakening van de taalgrens heet Oerle nu Oreye. Oerle was in de vorige eeuw een belangrijk knooppunt van buurtspoorwegen. Vanuit Oerle waren er tramlijnen naar Sint-Truiden, Ans en Hasselt. In Oreye was er namelijk een suikerraffinaderij, filiaal van Tienen (misschien heb je er ooit een pakje van gekocht?). De tramlijn Hasselt-Borgloon-Oerle werd aangelegd in 1899 en gaf een economische impuls aan het gebied. Aangezien er veel suikerbieten mee werden vervoerd, werd de lijn ook wel de suikertram genoemd.
Er was ooit een suikerraffinaderij. Ook dat is veranderd: de suikerbietenteelt in de streek is opgedoekt en vervangen door een vergelijkbare vrucht. Vandaag staat in Oreye de moderne fabriek van Beneo-Orafti. Daar worden voor de voedingsindustrie cichoreiwortels getransformeerd in een hoogwaardig product met een moeilijke naam: inulin of probiotische vezels. De (bio-)scheikundigen onder jullie die er meer willen over weten, kunnen een kijkje nemen op: http://www.beneo.com/Ingredients/Human_Nutrition/Functional_Fibres/Inulin/
Vroeger was er tegenover de fabriekspoort een café en dat is gelukkig blijven bestaan, zodat we daar onze picknick kunnen gebruiken.
Na de middag rest ons 10 km stappen tot in Heks. We verlaten de vallei van de Jeker en begeven ons op de hoogvlakte van Droog Haspengouw. Terug in Vlaanderen komen we op de Keiberg, waar we een fantastisch panoramisch zicht hebben op het glooiende landschap.
We wandelen verder naar het gehucht Heurne en passeren een Gallo-Romeinse grafheuvel: de tumulus van Vechmaal. In Heurne treffen we ook de Sint-Pieterskapel uit de 13e / 14e eeuw. Zij is gebouwd op de plaats van een Romeinse villa en werd gerestaureerd in 1556. Toen kreeg de ingangsboog een mooi wapenschild.
We volgen de weg en wandelen richting Heks. Heks is bekend voor zijn kasteel. Het paleisachtige kasteel werd vanaf 1770 gebouwd in opdracht van de prins-bisschop van Luik Franciscus Karel de Velbrück. Hij liet er een jachtpaviljoen en zomerverblijf in typische maasbarok optrekken, omgeven door een Franse tuin waarrond een 60 hectare groot landschapspark in Engelse stijl aangelegd werd. Het is een van de oudste landschapsparken van het Europese vasteland met glooiende heuvels, weilanden, boomgaarden en bossen. Nu is het landgoed in het bezit van de graaf van Ursel en alleen te bezichtigen op afspraak, behalve tweemaal per jaar, tijdens de drukbezochte tuindagen van juni en september. Zie
http://www.hex.be/evenementen/.
Al stappend doemt het dorp voor ons op, met links de kerk en rechts het kasteel. Gelukkig zijn er nog geen bladeren aan de bomen en zie je het kasteel mooi liggen op de heuvel, een heel mooi panorama.
Het is nog een klein eindje langs vochtige beemden vooraleer we ons kunnen opwarmen en onze dorst lessen in café ‘bij Rita ’. De bus staat voor de deur.
Tekst: Dirk Degeest