13 maart
Brugge - Beernem
Gidsen : M. Christiaens, Els Jansen, Linda De Buck
Afstand : 17,5 km Groene haltewandeling
Voormiddag : Brugge tot Ver-Assebroek 6,8 km
Namiddag: Ver-Assebroek tot Beernem 10,7 km
Verkorte wandeling is mogelijk: vanuit Ver-Assebroek terug naar Brugge.
Zondagnamiddag is er elke 20’ een bus naar Brugge. De bushalte bevindt zich vlakbij het wandeltraject.
Vertrek met de trein : Vanuit Leuven: IC 530 richting Oostende 8.33 u. Aankomst Brugge 9.59 u.
Vanuit een andere vertrekplaats kan deze trein ook worden genomen in Brussel-Noord om 8.53 u. en in Brussel-Zuid om 9.03 u.
Bij aankomst in Brugge verzamelen we op het Stationsplein.
Terugreis vanuit Beernem: stoptrein (om het uur) naar Gent 16.44 u.
Aankomst in Gent 17.33 u. Overstappen in Gent op trein IC 516 naar Eupen om 17.24 u.
Aankomst in Leuven 18.24 u. Aandacht treinticket heen en terug Leuven-Brugge: zelf aankopen.
Seniorenticket (+65): €7.20. Weekendticket voor -65: €1
Picknick : ‘t Leenhof , Pastoor Verhaegheplein 23, Ver-Assebroek Eetcafé De Zevende Hemel in Beernem
(eindpunt wandeling) aanvaardt alleen contant geld.
Schoeisel : Degelijk schoeisel voorzien. Sommige plaatsen kunnen drassig zijn
Parcours : De wandeling loopt door de Zandstreek, langs de oevers van het kanaal, de Assebroekse Meersen*
en spoor- en trambeddingen
*Meersen: het woord meers (vroeger: meersch) of mars betekent 'moeras' of 'drassig land'. Een meers duidt op laaggelegen, natte grond die alleen geschikt was als weide- of hooiland, meestal begroeid met houtige in plaats van (in een moeras) kruidachtige plantensoorten.
De wandeling
Voormiddag
Vooraleer we onze wandeling starten, lopen we even de lokettenzaal van het station binnen. Daar schilderde René De Pauw in 1939 de wandschildering Mijn Landekijn ter Eere rechtstreeks op een bepleisterde muur. Op de andere muren werden er nog 56 panelen aangebracht. Zij stellen een aantal Belgische steden voor en de kanalen de Stinker en de Blinker.
Het stationsgebouw werd in 1886 opgetrokken. Het oude station, dat op ’ t Zand stond, werd gesloopt en in Ronse heropgebouwd. Het is nu een beschermd monument.
Vanop het Stationsplein steken we de ringweg over richting de Begijnenvest, het Minnewater en de Katelijnevest. Deze vesten maakten deel uit van de tweede middeleeuwse omwalling. Het Minnewater diende in de middeleeuwen als stuwmeertje en bufferbekken. Tot de 18de eeuw was het de aanlegplaats voor de luxueuze Gentse Barge.
Vervolgens wandelen we langs de oevers van het kanaal, dat oorspronkelijk bedoeld was als waterbevoorrading voor Brugge. Na heel wat strijd werd het ook voor vracht- en passagiersvervoer gebruikt. We blijven het pad volgen tot we aan de kerk van de Sint-Pietersabdij komen. Hier kiezen we de oude spoorwegbedding, die door ‘de gemene weiden’ loopt. Zo komen we aan de achterzijde van het Sint- Lucasziekenhuis. Dit katholieke ziekenhuis werd in 1960 gebouwd onder impuls van Mgr. De Smedt.
Na nog een paar keer links en rechts afslaan bereiken we het dorpspleintje van Ver-Assebroek. We kunnen even het kerkje met het miraculeuze Mariabeeld binnenlopen. Op de glasramen wordt de geschiedenis van het beeldje verteld.
In ‘t Leenhof verwacht Grietje ons voor onze picknick. Deze herberg is een beschermd monument. Smakelijk.
Namiddag
Van ‘t Leenhof wandelen we naar de Assebroekse Meersen. Tot rond de Tweede Wereldoorlog liepen de meersen regelmatig onder water. De eigenaars verpachtten bij opbod op Sint-Pietersdag (29 juni) perceeltjes weiland. In de eerste helft van de 20st 20ste e eeuw reden stoom- en dieseltrams door deze meersen.
Verderop langs onze weg herdenkt een klein monumentje op het Beverhoutsveld de slag van 1382. Het herinnert aan de rivaliteit tussen Brugge en Gent. De Bruggelingen wilden de Gentenaren de verbinding met de zee ontzeggen door de afwerking van het kanaal Gent-Brugge te weigeren. De Gentenaren wonnen. Toch lagen de werken nog twee eeuwen stil… Het kanaal werd in 1625 voltooid.
Wanneer we de meersen verlaten leiden statige dreven ons door weiden en akkers. In de 19de eeuw werd dit netwerk van dreven aangelegd om het gebied te ontsluiten. Een grachtennetwerk zorgde voor de afwatering. In de verte domineert een imposante keersluis het landschap. Ze werd in 1995 gebouwd om overstroming te voorkomen en is sinds 1995 bouwkundig erfgoed.
Via een klappoortje bereiken we een natuurgebied en volgen het pad langs het kanaal. De steile oevers zijn gunstige broedplaatsen voor de ijsvogel. Gallowayrunderen, ezels en geiten begrazen het gebied. We verlaten het natuurgebied en komen aan in Beernem. Groot-Beernem telt een tiental kasteeltjes. Sommige waren in de 19de eeuw het buitenverblijf van gegoede lieden. Langs de drukke steenweg naar het station kunnen we een glimp opvangen van het Kasteel Bloemendale .
Spijtig dat de laatste kilometer van onze wandeling langs een minder aangename weg loopt, maar er is troost. Op het stationsplein in De zevende hemel wacht een lekkere pint of een geurende koffie. Zelfs een hapje kan. Zorg wel voor cash geld. Je kan hier alleen contant betalen.
Gezondheid en een goede terugreis!
Tekst: Magda Christiaens
Van ‘t Leenhof wandelen we naar de Assebroekse Meersen. Tot rond de Tweede Wereldoorlog liepen de meersen regelmatig onder water. De eigenaars verpachtten bij opbod op Sint-Pietersdag (29 juni) perceeltjes weiland. In de eerste helft van de 20st 20ste e eeuw reden stoom- en dieseltrams door deze meersen.
Verderop langs onze weg herdenkt een klein monumentje op het Beverhoutsveld de slag van 1382. Het herinnert aan de rivaliteit tussen Brugge en Gent. De Bruggelingen wilden de Gentenaren de verbinding met de zee ontzeggen door de afwerking van het kanaal Gent-Brugge te weigeren. De Gentenaren wonnen. Toch lagen de werken nog twee eeuwen stil… Het kanaal werd in 1625 voltooid.
Wanneer we de meersen verlaten leiden statige dreven ons door weiden en akkers. In de 19de eeuw werd dit netwerk van dreven aangelegd om het gebied te ontsluiten. Een grachtennetwerk zorgde voor de afwatering. In de verte domineert een imposante keersluis het landschap. Ze werd in 1995 gebouwd om overstroming te voorkomen en is sinds 1995 bouwkundig erfgoed.
Via een klappoortje bereiken we een natuurgebied en volgen het pad langs het kanaal. De steile oevers zijn gunstige broedplaatsen voor de ijsvogel. Gallowayrunderen, ezels en geiten begrazen het gebied. We verlaten het natuurgebied en komen aan in Beernem. Groot-Beernem telt een tiental kasteeltjes. Sommige waren in de 19de eeuw het buitenverblijf van gegoede lieden. Langs de drukke steenweg naar het station kunnen we een glimp opvangen van het Kasteel Bloemendale .
Spijtig dat de laatste kilometer van onze wandeling langs een minder aangename weg loopt, maar er is troost. Op het stationsplein in De zevende hemel wacht een lekkere pint of een geurende koffie. Zelfs een hapje kan. Zorg wel voor cash geld. Je kan hier alleen contant betalen.
Gezondheid en een goede terugreis!
Tekst: Magda Christiaens