27 februari
Dagwandeling Westerlo en Tongerlo
Gids : Raymond Hermans
Afstanden : Voormiddag: tussen 8 en 10 km volgens voorkeur en weer. Namiddag: 8,5 km
Vertrek : 10 uur aan het Boswachtershuis in 2262 Westerlo, Papedreef 1, hier parkeren.
Reisroute : In Westerlo, op de De Merodedreef aan de groene lichten, rechts de Aldi, links afdraaien en dan 2de straat links, ‘Boswachtershuis’ volgen.
Picknick : Boswachtershuis, Papedreef 1, 2262 Westerlo
Parcours : Vlak, langs bos- en veldwegen, schoeisel volgens weersomstandigheden.
Meereizen : 5 euro
De wandeling
In de voormiddag wandelen we naar het centrum van Westerlo, een gemeente met een dynamische ontwikkeling, mede dankzij de werkgelegenheid in de Kempen en de nabijheid van de autoweg Antwerpen-Duitsland. De vele herbergen, bars en restaurants zijn opmerkelijk. Navraag bij een bewoonster gaf een gepast antwoord; “Mijnheer, in Westerlo wordt er nog goed geleefd”. Deze uitdrukking uit het Vlaamse jargon geeft met een glimlach een helder antwoord uit de Kempen. We trekken dwars door het centrum om daarna langs het mooie kasteel De Merode de Grote Nete te bereiken. Ondertussen zijn we ook kort naast het gemeentehuis gestapt, een De Merode kasteel, gebouwd voor een familielid en nu overgenomen door de gemeente. Hieruit kunnen we besluiten dat de familie De Merode sterk verweven is met het dorp en dat er regelmatig feestelijkheden plaatsvinden op het kasteeldomein, en dit voor alle dorpelingen en de omgeving.
Langs de Grote Nete stappen we verder naar de Nete-oevers aan de andere zijde van de weg naar Herselt en komen zo in een zompige streek, waar de Nete werd ingebufferd in een moerassig laagland dat in de oertijd een grote stromende watermassa moet zijn geweest. Nu vinden we hier dan ook veel natuurlijke visvijvers met de nodige hengelaars; zij laten rond de middag hun vislijnen in de steek om in de eenvoudige kantine menig natje achterover te drukken. Na het urenlang staren naar zoveel water, is dit een begrijpelijke uitlaatklep. We wisselen tussen droge natuur en de rivieroever, langs enkele kleine en droge zandheuvels om rond 13 uur terug ons Boswachtershuis te bereiken en te genieten van een natje en een droogje; soep is er ook voorhanden.
Het Boswachtershuis met meerdere slaapgelegenheden is als Jeugdherberg erkend door de Vlaamse Jeugdherbergcentrale. In de zomer is het daar een drukke bedoening van wandelaars en fietsers.
Uitgerust beginnen we aan de namiddagstap, die naar het noorden leidt, naar de mooie abdij van Tongerlo die vakkundig is gerestaureerd en als een parel schittert in het Kempische landschap; een getuigenis van de vakkennis en christelijke traditie van de voorbije honderden jaren. We gaan even binnenloeren op het rustgevende plein, waar elke steen getuigt van een immens verleden en vraagt om dat a.u.b. nog honderden jaren te bewaren!
We stappen langs de abdij en verder in de nog overgebleven natuur. We vullen onze longen met de zuurstof die hier over de weidse vlakten aanwaait en getemperd wordt door enkele mooie bosjes. Hopelijk genieten we nog van een winterzonnetje, want de vitaminen D hebben we nu zeker ook nodig.
Zo draaien we terug af naar onze startplaats door de deugddoende bosjes onderweg en genieten nog van een drankje, voor wie dat nodig vindt. Veel wandelgenot.
Tekst: Raymond Hermans
In de voormiddag wandelen we naar het centrum van Westerlo, een gemeente met een dynamische ontwikkeling, mede dankzij de werkgelegenheid in de Kempen en de nabijheid van de autoweg Antwerpen-Duitsland. De vele herbergen, bars en restaurants zijn opmerkelijk. Navraag bij een bewoonster gaf een gepast antwoord; “Mijnheer, in Westerlo wordt er nog goed geleefd”. Deze uitdrukking uit het Vlaamse jargon geeft met een glimlach een helder antwoord uit de Kempen. We trekken dwars door het centrum om daarna langs het mooie kasteel De Merode de Grote Nete te bereiken. Ondertussen zijn we ook kort naast het gemeentehuis gestapt, een De Merode kasteel, gebouwd voor een familielid en nu overgenomen door de gemeente. Hieruit kunnen we besluiten dat de familie De Merode sterk verweven is met het dorp en dat er regelmatig feestelijkheden plaatsvinden op het kasteeldomein, en dit voor alle dorpelingen en de omgeving.
Langs de Grote Nete stappen we verder naar de Nete-oevers aan de andere zijde van de weg naar Herselt en komen zo in een zompige streek, waar de Nete werd ingebufferd in een moerassig laagland dat in de oertijd een grote stromende watermassa moet zijn geweest. Nu vinden we hier dan ook veel natuurlijke visvijvers met de nodige hengelaars; zij laten rond de middag hun vislijnen in de steek om in de eenvoudige kantine menig natje achterover te drukken. Na het urenlang staren naar zoveel water, is dit een begrijpelijke uitlaatklep. We wisselen tussen droge natuur en de rivieroever, langs enkele kleine en droge zandheuvels om rond 13 uur terug ons Boswachtershuis te bereiken en te genieten van een natje en een droogje; soep is er ook voorhanden.
Het Boswachtershuis met meerdere slaapgelegenheden is als Jeugdherberg erkend door de Vlaamse Jeugdherbergcentrale. In de zomer is het daar een drukke bedoening van wandelaars en fietsers.
Uitgerust beginnen we aan de namiddagstap, die naar het noorden leidt, naar de mooie abdij van Tongerlo die vakkundig is gerestaureerd en als een parel schittert in het Kempische landschap; een getuigenis van de vakkennis en christelijke traditie van de voorbije honderden jaren. We gaan even binnenloeren op het rustgevende plein, waar elke steen getuigt van een immens verleden en vraagt om dat a.u.b. nog honderden jaren te bewaren!
We stappen langs de abdij en verder in de nog overgebleven natuur. We vullen onze longen met de zuurstof die hier over de weidse vlakten aanwaait en getemperd wordt door enkele mooie bosjes. Hopelijk genieten we nog van een winterzonnetje, want de vitaminen D hebben we nu zeker ook nodig.
Zo draaien we terug af naar onze startplaats door de deugddoende bosjes onderweg en genieten nog van een drankje, voor wie dat nodig vindt. Veel wandelgenot.
Tekst: Raymond Hermans